OSF-fractie vraagt bij AFB voor alternatief duurzaamheidsplan

Voor het komende begrotingsjaar is ongeveer 7 miljard uitgetrokken voor de klimaatinvesteringen. De OSF plaatst steeds meer vraagtekens bij de haalbaarheid van met name windenergie op land in Nederland. Dit systeem vraagt veel schaarse ruimte en hoge windsnelheden, die slechts beperkt aanwezig zijn in ons land. Ook zijn vele omwonenden niet heel erg blij met zo’n reuzenrad in hun “achtertuin”. Nederland is ook te klein voor massa’s grootschalige zonneparken. Er is bovendien weinig c.q. beperkte zonnekracht in Nederland. Berekeningen wijzen uit dat als men de hele transitie naar duurzame zonnestroom zou willen realiseren, dan is er in Nederland minstens 500 vierkante kilometer grond nodig om aan de totale Nederlandse elektriciteitsvraag te kunnen voldoen. Die ruimte is er simpelweg niet, of althans, onvoldoende. 

Deze gegevens en ontwikkelingen vragen om een andere, meer globale strategie om toch op korte termijn aan de CO2-doelstellingen te voldoen en structureel klimaatbeleid te implementeren. 
De OSF is zeer gecharmeerd van het afgelopen week in Glasgow gesloten contract tussen Nederland en Namibië om in dat land met veel meer ruimte, veel meer hoge windsnelheden en veel meer zonnekracht dan Nederland, groene waterstof te gaan produceren via het plaatsen van windmolens en zonneparken aldaar. Die waterstof kan dan straks met schepen naar Rotterdam vervoerd worden, om vervolgens in onze economie in Nederland dienst te doen als duurzame energiebron voor de industrie en ook voor de consumenten.

Dit is een kansrijk plan, waarbij de voordelen groot kunnen zijn, zeker als dit in veel andere landen in de wereld navolging zou krijgen. Het plan is snel uitvoerbaar, want wind, zon en ruimte zijn in vele landen in veel grotere getallen aanwezig dan in Nederland. Om het plan uitvoerbaar te maken, zijn grote sommen geld nodig. Dat geld heeft Nederland voor 2022 inmiddels beschikbaar gesteld in de vorm van 7 miljard euro in de begroting. Indien dit een structurele component zou worden in de begroting, ontstaat er zelfs een investeringscapaciteit van 100 miljard euro. Investeringen in zonne- en windenergie zijn uiterst rendabel en vormen een goede basis voor toekomstige rendementen van deze beleggingen. Nederland zou de investeringen op deze manier binnen enkele jaren kunnen terugverdienen, een gegeven dat ook pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen zou kunnen triggeren om dit duurzaamheidsplan op korte termijn te realiseren.

Een groot voordeel zou kunnen zijn dat Nederland zich toekomstig verzekert van energieonafhankelijkheid van grootschalige, vaak dictatoriale leveranciers van fossiele brandstof. Zeker als een groot aantal landen hieraan zou meedoen, worden de risico’s en de afhankelijkheid van individuele landen sterk verkleind.

De lokale bevolking in die landen kan tewerk worden gesteld bij de bouw en het beheer van deze installaties, zodat structurele werkgelegenheid ontstaat, armoede kan worden bestreden, de levensstandaard van dat land groeit en de algemene economische situatie verbetert. Daardoor hoeft geen migratie vanuit die landen meer plaats te vinden naar onder meer Nederland. Immers, de bevolking heeft dan in eigen land een volwaardig economisch perspectief.

Wij roepen het kabinet op om dit soort contracten en de gedachtes erachter verder uit te werken. Nederland is een klein onderdeel van de wereld. We moeten het probleem gezamenlijk oplossen. Nederland heeft er geld voor en dat zouden we op een andere manier kunnen inzetten en terugverdienen, waarmee we het probleem van te weinig ruimte voor wind en zon in Nederland zouden kunnen oplossen.”