OPNL vraagt kabinet kosten no cure/no pay-taxaties te vergoeden

OPNL heeft in het belang van gemeenten tijdens het belastingplan 2 kwesties onder de aandacht van het Kabinet gebracht. De staatssecretaris heeft toegezegd deze problematiek in het nieuwe Kabinet te agenderen.

Staatssecretaris Vijlbrief

Voorzitter. Ik ben nog het antwoord schuldig op twee vragen van de heer Raven van OSF. De ozb is niet geregeld in het Belastingplan maar in de Gemeentewet. De ozb wordt geheven op onroerende zaken. Er is in de tariefstelling inderdaad alleen differentiatie naar type onroerende zaken mogelijk, te weten woningen en niet-woningen. Ik snap de wens van het lid Raven, die pleit voor een wijziging van de systematiek in de Gemeentewet, maar dat ligt niet op mijn terrein. Dat ligt bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Dan de tweede vraag van de heer Raven. Hij heeft aandacht gevraagd voor no-cure-no-paybedrijven wat betreft het waarderen van woningen. Dit kost gemeenten 26 miljoen. Laat ik beginnen met te zeggen dat het een groot goed is dat burgers die moeite hebben met communicatie van de overheid, de mogelijkheid hebben om hier ondersteuning te krijgen. Die no-cure-no-paybureaus dragen bij aan het laagdrempelige karakter van de rechtsbescherming in Nederland. Het beeld dat NCNP onrechtvaardig, onevenredig verdienen aan bezwaar- en beroepsprocedures is reden geweest voor een onderzoek hiernaar door het WODC. Dat WODC-rapport is begin dit jaar verschenen. Conform de kabinetsreactie van februari ben ik over de uitkomsten van het rapport in overleg getreden met de betrokken partijen. Eerst is er individueel gesproken en in januari is er een eerste rondetafelbijeenkomst met alle betrokkenen, om samen het proces te verbeteren. Ik denk dat het korte antwoord is, zeg ik, kijkend naar de heer Raven, dat het de aandacht heeft van het kabinet en dat er in januari een rondetafelgesprek zal zijn met de betrokkenen over no cure, no pay.

De heer Raven (OSF):
Er is inmiddels een nieuw rapport uitgebracht door COELO. Dat is van 9 november 2021. Daarin is de discussie nog verder uitgezocht. Dat zou stof kunnen zijn voor het nieuwe kabinet om er inderdaad op in te zoomen. Ik had gister gevraagd om in elk geval de discussie te voeren over de 26 miljoen die het nu al kost voor de gemeenten, om daar op een of andere manier een vergoeding voor in gedachten te houden. Wellicht kunt u toezeggen om uw opvolger op dat spoor te zetten. OSF wil daar best een intermediairsrol in vervullen.

Dan een tweede element. U verwijst naar de Gemeentewet en zegt dat het niet direct in uw veld ligt. Maar we wachten al tien jaar en er zijn een stuk of tien gemeenten die met die problematiek te maken hebben. De mkb’ers in die gemeenten worden ieder jaar geconfronteerd met hele hoge WOZ-waardes en hele hoge WOZ-tarieven. Vervolgens zijn zij min of meer het kind van de rekening in die gemeentes. Daar moet echt een oplossing voor komen. Ook hier vraag ik om dat toch op de agenda te zetten bij uw opvolger.

De heer Vijlbrief:
Zeker. Ik wil beide kwesties aan mijn opvolger melden, maar ik meld dat de eerste kwestie toch primair een kwestie is voor de minister van Binnenlandse Zaken. Wat betreft de tweede kwestie wil ik dat punt heel graag melden. Het woord “compensatie” ga ik hier niet in de mond nemen, maar ik zal aandacht vragen voor dit onderwerp.