Bindend correctief referendum in de Grondwet: ook voor decentrale overheden van belang

De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 3 oktober 2023 over een initiatief van de Tweede Kamer om bepalingen in de Grondwet op te nemen om een bindend correctief referendum mogelijk te maken. Het wetsvoorstel werd verdedigd door de Tweede Kamerleden Marijnissen (SP) en Temmink (SP). Minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties trad op als adviseur van de Kamer. De Kamer stemt op dinsdag 10 oktober over het wetsvoorstel. Op verzoek van senator Lagas (BBB) wordt hoofdelijk gestemd. Dit wetsvoorstel is ook voor gemeenten, provincies, waterschappen en de eilanden in Caribisch Nederland van belang.
 
Betrouwbare overheid is nodig

Auke van der Goot (Eerste Kamerlid voor OPNL) merkte op dat het democratisch bestel vraagt om voortdurende reflectie en verbetering. Hij vroeg in navolging van Volt of een correctief referendum polarisatie in de hand werkt en sloot zich aan bij de vragen van Hartog aan de initiatiefnemers. Ook naar het oordeel van de Senaatsfractie van OPNL is het belangrijk om niet alleen aan de achterkant van de politieke besluitvorming, maar ook in het voortraject burgers mee te nemen in de voorstellen. Voor decentrale overheden heeft BZK een Wetsvoorstel versterking participatie op decentraal niveau ingediend bij de Tweede Kamer om het voortraject in democratische participatie op lokaal niveau te versterken. Die bredere aanpak, maar dan op rijksniveau zoals bepleit door de Staatscommissie Remkes, kan nog wel een tandje hoger.

Volgens de OPNL-fractie draagt overigens niet zozeer het (correctief) referendum als zodanig bij aan het herstel van het vertrouwen van burgers in de overheid. Daarvoor is meer nodig, nl. een betrouwbare overheid, zoals de toeslagenaffaire en de gasproblematiek in Groningen hebben laten zien.
 
Met betrekking tot het wetsvoorstel merkte de OPNL-senator verder op dat het verstandig is dat de initiatiefnemers hebben gekozen voor een uitkomstdrempel in plaats van een opkomstdrempel. Ook heeft hij er begrip voor dat de initiatiefnemers de hoogte van die drempel overlaten aan de later op te stellen uitvoeringswet. Decentrale overheden krijgen dankzij een amendement van de Tweede Kamer de mogelijkheid een bindend correctief referendum uit te schrijven. ‘Niet elk onderwerp leent zich voor het houden van een referendum’ zeggen de initiatiefnemers en ook de Staatscommissie parlementair stelsel stelt voor een aantal onderwerpen uit te sluiten. En die vraag geldt mogelijk ook voor gemeenten en provincies. Minister De Jonge (BZK) gaat ervan uit dat dit op decentraal niveau door lokale en provinciale verordeningen kan worden geregeld. Daarin kan worden vastgelegd welk onderwerp wel en welk onderwerp niet voor een bindend correctief referendum in aanmerking zou kunnen komen.

Voor meer info:

Bindend correctief referendum in de Grondwet: debat samengevat – Eerste Kamer der Staten-Generaal